top of page
victorien15

12 tips voor een duurzame kledingkast!

Duurzaamheid hoeft niet perse te betekenen dat je meer geld uit moet geven. Met onze simpele tips bouw je in kleine stapjes aan een duurzame garderobe!



duurzaamheid sustainable fashion
Een duurzame garderobe opbouwen kost tijd.

In het programma ‘Het leven is een jurk’ werd aan de deelnemende dames gevraagd om een paar kledingstukken mee te nemen ‘met een verhaal’. Daarmee werd dan naar een bekende Nederlandse designer gegaan en die maakte naar aanleiding van de meegebrachte kledingstukken en het verhaal erachter een schitterende jurk en in één geval een broekpak. 


Het was leuke televisie (nog terug te zien op NPO) maar zette mij wel aan het denken: welke kledingstukken in mijn kast hebben nog een verhaal? Na heel lang nadenken kwam ik op twee kledingstukken. Als eerste mijn trouwjurk en als tweede een bloesje met rok die ik gekocht heb kort nadat ik het kleuradvies ontdekte. En de rest was inwisselbaar.


Dat mijn kleding zó weinig duurzaam was, was een grote schok voor mij en een eye-opener tegelijkertijd. Na enig speurwerk in mijn hoofd (hoe kom ik aan al die kleding en waar is de rest gebleven???) kom ik tot de volgende conclusies:



Kleding wordt niet gemaakt om lang mee te gaan. Dikwijls is de kwaliteit dusdanig dat het na één seizoen eruitziet alsof het al tien jaar oud is. Gepild, gekrompen, verkleurd, uit vorm. De kwaliteit is - vooral bij de grote winkelketens - bar slecht. Het is geen uitzondering dat ik iets koop aan het begin van het seizoen en dat het het einde van datzelfde seizoen niet haalt. Vooral vesten zijn berucht.Het is bekend dat (alweer de grote winkelketens) de kleding zo in elkaar laten zetten dat er makkelijk dingen kapot gaan: de naad laat los, de rits zit er niet goed in, lusjes voor riemen laten los. Als je die naar een naaiatelier moet brengen om te laten maken ben je zo 10-15 euro kwijt. En daarvoor kun je iets nieuws kopen bij dezelfde winkelketens.Kleding heeft zijn waarde verloren. Het is vele malen goedkoper in verhouding dan tien/vijftien jaar geleden. We kunnen met z’n allen veel meer kleding kopen voor hetzelfde budget.Op het oog zie je het verschil niet meer tussen een shirtje van de H&M of van Claudia Sträter. (Als je het voelt wel en uit eigen ervaring weet ik dat de shirtjes van Claudia Sträter jaren meegaan en mooi blijven.) Fast fashion is ‘normaal’ geworden. Elke week is er wat nieuws in élke winkel. We worden met z’n allen overvoerd door beelden van mooie mensen in mooie kleding, reclame(blaadjes), Instagram en Facebook laten allemaal succesvolle mooie mensen zien in up-to-date fashion. Daar wil je bijhoren, nietwaar?



Maar hoe kan het anders? En hoe kom je aan een leuke duurzame garderobe zonder dat je je een ‘geitewollensokkentypje’ gaat voelen?


Ga als eerste naar een styliste/kleuradviseuse en laat jezelf testen. Een keer zo’n advies en je kunt er jaren mee vooruit, totdat je behoefte hebt aan een update. Het kleuradvies hoef je overigens maar één keer te laten doen, het stijladvies pas je aan aan je leeftijd en jouw wensen van dat moment. 

Zo ook de figuuranalyse. Bij vrouwen verandert het figuur onder invloed van hormonen en b.v. zwangerschap. Dat hoort er gewoon bij.

Als je samen met haar hebt gezien welke kleuren je mooi staan en welke figuurvorm je hebt dan kun je kijken welke kleding daar mooi bij staat. Misschien is de reden dat je zo ontevreden bent met wat je in de spiegel ziet gewoon verkeerde kleur en kleding. Iedereen kan er prachtig uitzien, ongeacht leeftijd, figuur en budget!

Hier twaalf tips om dat op een verantwoorde manier te bewerkstelligen.


Tip 1:

Bedenk dat de wereld overbevolkt is met kleding. En dat grote designer merken soms hun kleding verbranden omdat ze niet willen dat het in de  uitverkoop belandt. Tachtig procent van de tijd draag je twintig procent van je kleding… zo gaat het tenminste bij de meeste mensen. Je hebt dus veel minder nodig dan je denkt! Kijk eens naar wat je veel draagt en wat je eigenlijk nauwelijks draagt!


Tip 2:

De mode van nu schrijft vooral ‘een eigen stijl’ voor. Maak daar gebruik van. Bepaal je eigen stijl (eventueel in samenwerking met een stylist of personal shopper) en verfijn je eigen stijl. Koop alleen dingen die in die stijl passen, maar die ook letterlijk passen. Te groot (tenzij oversized) en te klein passen niet.


Tip 3:

Koop kwaliteit! Heb je een shirtje in je handen waarvan je al voelt dat het een geweldige poetsdoek wordt na vier keer wassen, koop het dan niet .


Tip 4:

Ga zorgvuldig met je kleding om. Was het binnenstebuiten op een wasprogramma dat daarvoor bedoeld is of laat het stomen. Goede kleerhangers helpen ook om je kleding in vorm te houden. 


Tip 5:

Probeer weg te blijven van de grote ketens.


Tip 6:

Wees kritisch. Koop niets om te kopen, maar kijk of het past , of de kleur bij jou past, of het goede kwaliteit is en of je er blij van wordt.


Tip 7:

Kijk ook eens bij vintagewinkels of de plaatselijke kringloop. Voor iets meer dan vier euro kocht ik daar laatst een hele leuke rok. Even wassen in het wasmachine (tip: 30 graden en een laag toerental) en het is helemaal als nieuw.


Tip 7:

Ga niet direct naar de stad als je ‘zin hebt in iets nieuws’ maar shop in je eigen kledingkast of in die van een zus/vriendin. One man’s trash is another man’s treasure. Oftewel: je weet nooit wat voor geweldigs je vindt.


Tip 8:

Gooi niet zomaar iets weg, alleen als het echt niet anders kan. Geef het aan de kringloop als het nog geschikt is voor hergebruik of doe het in de kledingbak.


Tip 9:

Als je graag iets unieks hebt maar geen geld hebt voor echte designerstukken, overweeg dan een lap stof te kopen en daar iets van te (laten) maken. Gegarandeerd dat niemand anders zoiets heeft.


Tip 10:

Liever een kleine kast met kleding die je echt (graag) draagt dan een enorme kast - of meerdere - vol met spullen waar je geen waarde aan hecht.


Tip 11:

Deze tip werkt voor mij, maar misschien niet voor iedereen: Elke zondagmiddag besteed ik een uur aan het klaarleggen van mijn kleding voor de volgende week. Dus vijf/zes setjes met accessoires en eventueel ondergoed en schoenen. Ik hang het op een kledingrek in mijn werkkamer en trek ook echt aan wat daar dan hangt. Het scheelt ’s morgens een heleboel denkwerk (‘Wat zal ik eens aantrekken, wat ga ik vandaag doen, o, waar is dat truitje wat daarbij hoort? Dan maar iets wat niet in de was zit…’). En het verzekert je er van dat je ook werkelijk alles draagt wat in de kast hangt.


Tip 12:

Laat je kleding weer een verhaal krijgen.

54 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page